Wat is de betekenis van Utriculus?

2025-07-28
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

utriculus

(L., = zakje), ovale blaasje, deel van vliezig labyrinth, waaruit de halfcirkelvormige kanalen ontspringen.

2025-07-28
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Utriculus

1.het grootste van de twee vliezige blaasjes van het binnenoor, dat samen met de sacculus het vestibulum (zie aldaar) vormt, een deel van het evenwichtszintuig. 2.een klein blaasje bij de prostaat, de bij de man niet ontwikkelde aanleg van de baarmoeder.

2025-07-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Utriculus

➝ Gehoororgaan (kol. 477).

2025-07-28
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Utriculus

(Lat., zakje), een deel van het vliezige labyrinth, waaruit de boogkanalen ontspringen. U. prostaticus, holte in de voorstanderklier, bekleed met epithelium en uitmondende in den colliculus seminalis; syn. sinus prostaticus, uterus masculinus, sinus pocularis.

2025-07-28
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Utriculus

(Lat., zakje), een deel van het vliezige labyrint, waaruit de boogkanalen ontspringen. U. prostaticus, holte in de voorstaanderklier, bekleed met epithelium en uitmondende in de colliculus seminalis; syn. sinus prostaticus, uterus masculinus, sinus pocularis.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Utriculus

[Lat., zakje, blaasje], m. (-li), 1. (anatomie) zakvormig deel van het vliezig labyrint waaraan de boogkanalen ontspringen (labyrint); 2. (plantkunde) een tot een blaasje omgevormd blad of bladslip bij vleesetende planten (b.v. Utricularia); tot een blaasje omgevormd schutblaadje, het ‘urntje’, dat de vrucht van vele Cyperaceae (b.v. C...