Wat is de betekenis van Ŭtervīs?

2025-07-26
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Ŭtervīs

ŭtrăvīs, ŭtrumvīs, gen. ŭtrīusvis, dat. ŭtrīvis, 1. een van beide(n) (het zij wie het wil). 2. overdr., beide(n) zonder onderscheid, in aurem utramvis dormire, Ter.

Gerelateerde zoekopdrachten