Ŭtervīs
ŭtrăvīs, ŭtrumvīs, gen. ŭtrīusvis, dat. ŭtrīvis, 1. een van beide(n) (het zij wie het wil). 2. overdr., beide(n) zonder onderscheid, in aurem utramvis dormire, Ter.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ŭtrăvīs, ŭtrumvīs, gen. ŭtrīusvis, dat. ŭtrīvis, 1. een van beide(n) (het zij wie het wil). 2. overdr., beide(n) zonder onderscheid, in aurem utramvis dormire, Ter.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: