Uniform
(<Fr.), I. bn., 1. een-, gelijkvormig, algemeen geldig : een uniforme regeling ; een uniform tarief ; —- 2. (wisk.) gelijkmatig : uniform convergent; 3. (wisk.) eenwaardig; II. zn. v. en o. (-en), gelijke kledij, dracht voor een bep. categorie van personen, in ’t bijz. voor militairen: de Amerikaanse uni...