Wat is de betekenis van UNICUS?

2025-07-26
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Ūnĭcus

1. eig., enig, filius, filia, Ter., Cic. 2. overdr., enig in zijn soort, uitmuntend, buitengewoon, ongemeen (in goede en slechte zin).

2025-07-26
Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

UNICUS

Eenig.

2025-07-26
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten