Wat is de betekenis van uitwonend?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitwonend

bn., niet in het huis wonend, extern: een uitwonend assistent.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitwonend

uitwonend - Bijvoeglijk naamwoord 1. op een andere plaats dan de normale plaats wonend, extern wonend De au pair en het gastgezin handelen in strijd met de regeling voor au pairs als de au pair niet woont bij het gastgezin in huis. 2. (van kinderen) niet in het ouderlijk huis wonend ...

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitwonend

bn.(niet in huis wonend; in een andere gemeente wonend): een uitwonend assistent.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)