Wat is de betekenis van Uitschudden?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitschudden

(schudde uit, heeft uitgeschud), 1. door schudden uit iets doen : de appels uitschudden, uit een zak b.v.; fig.: zijn verdriet in de boezem van een vriend uitschudden, uitstorten; — alle menselijkheid, alle schaamte uitschudden, afleggen; 2. door schudden ledigen: een zak uitschudden; zich uitschudden, zich...

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

uitschudden

(1902) (Barg.) beroven. Syn.: uitkloppen*. • Terwijl dit nu niet kon, kwam de practijk van ‘uitschudden’ in gebruik. De burgers, in weerwil haast van orders, ontkleedden elken krijgsgevangene (‘schudde hem uit’). De Engelschen namen eerst de kleeren van de burgers, die in hunne huizen achtergelaten werden weg, of verbra...

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitschudden

v., útskodzje.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitschudden

schudde uit, h. uitgeschud (1 eig. schuddende ledigen; door schudden verwijderen; leegschudden; 2 fig. beroven, uitplunderen): 1. een mand met groente uitschudden; de groente uitschudden; 2. reizigers uitschudden.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitschudden

('uit) (schudde uit, heeft uitgeschud) 1. ten einde schudden. 2. schuddend ledigen : een zak -. 3. uitstorten : zijn hart, zijn verdriet -. 4. beroven, uitplunderen : een reiziger -. ➝ hemd, pak. 5. schielijk afleggen : klederen -. 6. schuddend van stof reinigen : zijn jas -.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Uitschudden

(schudde uit, heeft uitgeschud), 1. door schudden uit iets afscheiden; 2. door schudden verwijderen: zich door schudden ontdoen van wat aan het lichaam gehecht is: de hond schudt zich uit; 3. van alles beroven: een reiziger uitschudden . Uitschudden wordt in het chemisch laboratorium veel toegepast als methode om, uit een mengsel in oplossing, s...

2025-07-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Uitschudden

Uitschudden - Het doen overgaan van een opgeloste stof in een ander oplosmiddel door schudden. De oplosmiddelen mogen niet mengbaar zijn.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITSCHUDDEN

UITSCHUDDEN - (schudde uit, heeft uigeschud), ten einde schudden; — schuddende ledigen : een zak uitschudden; (fig.) zijn hart, zijn verdriet in den boezem van een vriend uitschudden, uitstorten; — alle menschelijkheid, alle schaamte uitschudden, afleggen; — van alles berooven : een reiziger uitschudden; — schielijk afleg...

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)