Wat is de betekenis van uithoudingsvermogen?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uithoudingsvermogen

o., het vermogen om gedurende lange tijd zich sterk in te spannen ofwel ontbering, pijn te verdragen (Hd. Ausdauer).

2025-07-27
Fitness begrippen omschreven

Redactie Ensie (2020)

Uithoudingsvermogen

Het vermogen om spieren gedurende een langere tijd te trainen.

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uithoudingsvermogen

uithoudingsvermogen - Zelfstandignaamwoord 1. het vermogen van iemand om zich voor een lange tijd in te spannen of pijn te verdragen. Zijn uithoudingsvermogen is echt bewonderenswaardig. Woordherkomst samenstelling van uithouding en vermogen met het invoegsel -s-

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

uithoudingsvermogen

uithoudingsvermogen - zelfstandig naamwoord uitspraak: uit-hou-dings-ver-mo-gen 1. je lange tijd kunnen inspannen, zonder op te geven ♢ deze hardloper heeft een geweldig uithoudingsvermogen Zelfstandig naamwoord: uit-hou-dings-ver-mo-gen ...

2025-07-27
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

uithoudingsvermogen

uithoudingsvermogen: een van de belangrijkste eigenschappen die een coureur moet hebben. Het komt neer op: een (zware) inspanning constant en lang volhouden, kunnen afzien. Wielrennen is zowel een kracht- als een uithoudingssport, het voetbal geen van beide.

2025-07-27
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

uithoudingsvermogen

(het) SP - het vermogen om gedurende lange tijd zich sterk in te spannen of ontbering, pijn te verdragen zonder eraan te bezwijken.

2025-07-27
Sport en beweging

Margreet Weide (2006)

Uithoudingsvermogen

Het vermogen om weerstand te bieden aan psychische en fysieke vermoeidheid bij aanhoudende belastingen en/of snel te kunnen herstellen na dergelijke belastingen. De capaciteit voor uithoudingsvermogen is de totale voorraad aan energierijke stoffen. Het vermogen voor uithoudingsvermogen is de energie die per tijdseenheid uit de capaciteit (voorraad)...

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uithoudingsvermogen

s.n., úthâlding, úthâlden (it).

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uithoudingsvermogen

o.: geen uithoudingsvermogen hebben.