Wat is de betekenis van Tweehoevig?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tweehoevig

bn. met twee hoeven aan elke poot: tweehoevige zoogdieren, d.z. de herkauwers.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tweehoevig

('twe:) bn. en bw. met twee hoeven aan iedere poot : -e zoogdieren.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)