tweehoevigen
m. mv. (herkauwers, onderorde der gepaardhoevigen; Lat. ruminantia): bij de gepaardhoevigen (ook: evenhoevigen), zijn aan iedere voet slechts 4 of 2 tenen overgebleven. Bij de tweehoevigen zijn de 3de en 4de teen alleen aanwezig. Tot de tweehoevigen behoren lama s, kamelen, runderen, schapen, herten enz.; als bn.: tweehoevige dieren.