Twee handen op een buik zijn
het altijd met elkaar eens zijn
F.A. Stoett (1923-1925)
D.w.z. het in alles éens zijn, vooral in het kwade; éen lijn trekken; ‘met de twee handen zijn ongetwijfeld de beide met elkaar overeenkomende, een stel -, een paar vormende handen van één en denzelfden persoon bedoeld’. Zie o.a. Kmz. 359; Nest. 34: En dan spele ze (maintenées) nog...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: