Wat is de betekenis van tuthola?

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

tuthola

1) (1960+) (scheldw.) domme, onhandige, vaak ook preutse, stijve vrouw. In de beschouwing over de 'sophisticated look' van de vrouwenmode in de periode 1973-1974 werd in het Parool van 20/9/1973 gesproken over 'tutholastoffen'. Endt (1974) vermeldt dit scheldwoord maar blijft in het ongewisse omtrent de herkomst. Volgens Van Dale werd het woord na...

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tuthola

tuthola - Zelfstandignaamwoord 1. onhandig, dom vrouwspersoon Woordherkomst samenstelling van tut(werkwoord) en hola

2025-07-24
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

tuthola

domme, onhandige, vaak ook preutse, stijve vrouw. In de beschouwing over de ‘sophisticated look’ van de vrouwenmode in de periode 1973-1974 werd in Het Parool van 20/9/1973 gesproken over tutholastoffen. Endt (1974) vermeldt dit scheldwoord maar blijft in het ongewisse omtrent de herkomst. Volgens Van Dale werd het woord na 1950 gevormd...

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)