Wat is de betekenis van † Tronqueren?

2025-07-25
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

† Tronqueren

† Tronqueren, bw. gel. (ik tronqueerde, heb getronqueerd), afstompen, knotten, verminken, snoeijen.

Gerelateerde zoekopdrachten