-tron (2)
(= Gr. -tron = achtervoegsel om een instrument of middel aan te geven). Tweede lid in samenstellingen om een toestel aan te duiden; b.v. → cyclotron, → magnetron, thyratron, → klystron.
Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)
(= Gr. -tron = achtervoegsel om een instrument of middel aan te geven). Tweede lid in samenstellingen om een toestel aan te duiden; b.v. → cyclotron, → magnetron, thyratron, → klystron.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: