Wat is de betekenis van trifidus?

2025-07-25
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

trifidus

trífidus (-a, -um), - van Lat. tri (in samenstellingen), drie(maal); findĕre (stam fĭd), splijten: 3-spletig.

2025-07-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Trĭfĭdus

in drieën gespleten, driepuntig, flamma (van de bliksem), Ov.

2025-07-25
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Trifidus

(ter, 3 x; findo, splijten), in drieën gespleten.

2025-07-25
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Trifidus

(ter, 3 x; findo, splijten), in drieën gespleten.