Wat is de betekenis van tricot?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tricot

(<Fr.), 1. o., tricootje, o. (-s), machinaal gebreide stof voor kousen, onderbroeken, borstrokken, lijfjes enz. gebruikt: tricot dragen; 2. o. en v. (-s), kledingstuk van de onder 1. genoemde stof; inz. een nauw om het gehele lichaam sluitend kleed voor dansers, paardrijders, kunstenmakers enz.

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tricot

tricot - zelfstandig naamwoord uitspraak: tri-ko 1. machinaal gebreide stof ♢ T-shirts, ondergoed en leggings zijn vaak van tricot gemaakt Zelfstandig naamwoord: tri-ko het tricot

2025-07-28
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Tricot

Tricot - (Fr.) dun shirt met korte mouwen.

2025-07-28
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

tricot

tricot: wielertrui. Felbegeerd (lust)object voor verzamelaars. Mooie collecties van wielertruien kan men zien in de wielermusea van Oudenaarde en Roeselare in Belgie en in de Madonna del Ghisallo in Italie, maar de mooiste tricots worden bewaard in priveverzamelingen zoals die van de Nederlandse muzikant Tony Eyck, de Nederlandse fotograaf Henk The...

2025-07-28
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

tricot

Frans voor een dun shirt met korte mouwen. Rominger raakte zijn leiderstrui overigens wel kwijt, aan zijn in de kopgroep vertegenwoordigde ploeggenoot Pascal Lance. Die zal het tricot naar alle waarschijnlijkheid vandaag al weer moeten inleveren, wanneer de ‘Koninginne-etappe’ naar de Mont Faron bij Toulon wordt verreden, (de Volkskrant, 15/03/1991...

2025-07-28
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

tricot

(het; s) SP - dunne tricot sporttrui met korte mouwen → trui

2025-07-28
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

tricot

Tricot is de verzamelnaam voor machinaal gebreid textiel; is zeer rekbaar en elastisch.

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Tricot

[Fr. = breisel, van tricoter= breien, van Germ. oorsprong] I zn machinaal gebreide kleding; II bn van dit breisel.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Tricot

machinaal breisel; nauwsluitend kledingstuk