Traverseren
(traverseerde, heeft getraverseerd), (<Fr.), 1. dwars doorgaan, doorsnijden: 2. in de weg komen; 3. (van paarden) dwarssprongen maken; (schermen) zijdelings uitvallen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(traverseerde, heeft getraverseerd), (<Fr.), 1. dwars doorgaan, doorsnijden: 2. in de weg komen; 3. (van paarden) dwarssprongen maken; (schermen) zijdelings uitvallen.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
ww [Fr. traverser] 1 gaan dwars door; 2 zijwaarts gaan of springen van een paard; 3 zijdelings afdrijven van vliegtuig, zodat de voortbewegingsrichting niet meer samenvalt met de lengteas; 4 een berghelling in schuine richting oversteken, min of meer horizontaal.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jan Meulendijks (1993)
kruisen; dwarssprongen maken; vliegwijze waarbij de lengteas van het vliegtuig niet samenvalt met de vliegrichting
Jacon Kramers Jz (1948)
dwars doorgaan, kruisen; dwarsgangen maken (v. e. paard); het zich, meestal door zijwind, voortbewegen v. e. vliegtuig in een andere dan de richting van zijn lengteas; horizontaal oversteken (bij bergbeklimming).
M. J. Koenen's (1937)
getraverseerd; Fr. dwars doorlopen of snijden, kruisen; van een paard: dwarssprongen maken; fig. in de weg staan.
Jozef Verschueren (1930)
(traverseerde, heeft getraverseerd) 1. dwars doorlopen, snijden, doorkruisen. 2. een zijwaartse gang maken : een paard kan -. 3. in de weg staan, hinderen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(traverseerde, heeft getraverseerd), 1.dwars doorlopen, doorsnijden; 2. in de weg komen; ook fig.; 3. (van paarden) dwarssprongen maken; (luchtvaart) zo vliegen dat de lengteas niet samenvalt met de vliegrichting; 4. (een berghelling) schuins afdwalen en beklimmen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: