Wat is de betekenis van Trapezoïde?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Trapezoïde

v. (-n), vierhoek waarvan al de zijden en hoeken ongelijk zijn.

2025-07-28
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

trapezoïde

trapezoïde - Vierzijdige figuren waarvan er twee zijden parallel lopen en de andere twee niet.

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Trapézoïde

vierhoek waarvan al de zijden en hoeken ongelijk zijn.

2025-07-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Trapezoïde

verouderde benaming voor vierhoek.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

trapezoïde

v. -s, -n; vierhoek, waarvan al de zijden en hoeken ongelijk zijn.

2025-07-28
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Trapezoïde

vierhoek, waarvan al de zijden en hoeken ongelijk zijn.

2025-07-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Trapezoïde

(meetk.), minder gebruikelijke benaming voor een vierhoek zonder evenwijdige zijden.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

trapezoïde

v. (-n.-s) [Gr. eidos, gedaante] vierhoek waarvan al de zijden en hoeken ongelijk zijn.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Trapezoïde

v. (-n), vierhoek waarvan al de zijden en hoeken ongelijk zijn.