Wat is de betekenis van Tranig, tränig?

2025-07-26
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Tranig, tränig

1. tranig: tranig, traanachtig. 2. tränig: tranend, vol tranen.

Gerelateerde zoekopdrachten