Trachee
v. (-ën), 1. ademhalingsbuis der in de lucht ademende gelede dieren ; 2. houtvat der hogere planten.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-ën), 1. ademhalingsbuis der in de lucht ademende gelede dieren ; 2. houtvat der hogere planten.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('che) v. (-ën) [Gr. trachèlos, hals] ademhalingsbuis der in de lucht ademende gelede dieren.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (-ën), stelsel van boomvormig vertakte, met lucht gevulde buisjes dat voorkomt bij enige groepen geleedpotigen (duizendpoten, insekten en spinnen) en dienst doet als ademhalingsorgaan. Het tracheeënstelsel begint aan het lichaamsoppervlak met een aantal openingen (stigmata), en eindigt via fijnste vertakkingen (tracheoli) in allerlei o...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: