Wat is de betekenis van Trachee?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Trachee

v. (-ën), 1. ademhalingsbuis der in de lucht ademende gelede dieren ; 2. houtvat der hogere planten.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Trachee

adembuis; houtvat (plantk.)

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Trachee

luchtbuis, ademhalingsorgaan van insecten en spinnen

2025-07-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Trachée

luchtpijp; luchtbuis, trachee.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

trachee

('che) v. (-ën) [Gr. trachèlos, hals] ademhalingsbuis der in de lucht ademende gelede dieren.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Trachee

v. (-ën), stelsel van boomvormig vertakte, met lucht gevulde buisjes dat voorkomt bij enige groepen geleedpotigen (duizendpoten, insekten en spinnen) en dienst doet als ademhalingsorgaan. Het tracheeënstelsel begint aan het lichaamsoppervlak met een aantal openingen (stigmata), en eindigt via fijnste vertakkingen (tracheoli) in allerlei o...

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Trachee

Trachee - v.(-ën), ademhalingsbuis der in de lucht ademende gelede dieren.