Wat is de betekenis van Tort?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tort

(Fr.), in de uitdr. à tori et à travers, met alle geweld, doldriftig.

2025-07-24
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Tort

ongelijk; nadeel; onrecht, verongelijking; torts, ook: verkeerdheden, tekortkomingen; avoir tort, ongelijk hebben; er verkeerd aan doen; il a tous les torts, hij heeft in alle opzichten ongelijk; het ongelijk is helemaal aan zijn kant; donner tort, ongelijk geven; faire tort à, onrecht aandoen, verongelijken, verkorten; te kort doen (aan); f...

2025-07-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

tort

onrecht, benadeling.

2025-07-24
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Tort

verdriet; einem einen Tort antun, iem. een poets bakken; mir zum Tort, om mij te ergeren.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tort

m.; (Fr. Z.-N. schade): iem. tort doen, benadelen, spreekt.; zie à tort et à travers; Fr. uitspr.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tort

('to:r) → tort et a. travers.

2025-07-24
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Tort

(fr.) ongelijk, onrecht, schade. A tort: ten onrechte; d tort et d travers: met alle geweld, door dik en dun.

2025-07-24
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

tort

tort - o. ongelijk