Tjet
(<Mal.<Chin.), v., verf: iets in de rooie tjet zetten.
W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
(1900) (Ned-Indië, sold.) meerdere; overste. • Tjet, (Mal.: verf) iedere ‘gestreepte’, meerdere. (Pupillenschool te Gombong. 1900). • Tjet muf, kwaadaardige meerdere (Pupillenschool te Gombong. 1900). J.J.M. van Dam: 'Jantje Kaas en zijn jongens,' Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, 1942-1948) •...
Wiktionary (2019)
tjet - Zelfstandignaamwoord 1. verf, beits, menie ♢ We hebben vanmorgen al het hele onderschip in de tjet gezet. tjet - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van tjetten 2. gebiedenwijs van tjetten Woordherkomst Leenwoord uit het (S): cet.
Marc De Coster (2017)
Tjèt - iedere (gestreepte) meerdere (Ned.-Indië). Mal. tjèt = verf. Een tjèt muf was een lastige meerdere. Deze termen waren gebruikelijk in de Pupillenschool te Gombong omstreeks 1900.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: