Wat is de betekenis van tjak tjak?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

tjak tjak

(1980+) (jeugd) zie citaat. • Tjak tjak. Vlot, snel, ondernemend. 'Hij is echt zo'n tjak tjak goser. Hij regelt alles meteen en kan niet wachten.' (Marc Hofkamp & Wim Westerman: Aso’s, bigi’s, Crimi’s. Jongerentaalwoordenboek. 1989)

Gerelateerde zoekopdrachten