Wat is de betekenis van titular?

2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

titular

I. titulair, titel-; in naam; aan de titel verbonden; titular saint, patroon II. 1. titularis; 2. persoon naar wie de kerk genoemd is.

Lees verder
2025-07-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Titulár

titularis, titeldrager.

2025-07-25
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

titular

adj. titulair; gewoon (hoogleraar, rechter); v. betitelen.

toon meer resultaten

Gerelateerde zoekopdrachten