Wat is de betekenis van Tithonus?

Tithonos', zoon van Lao'medon, broeder van Pri'amus, echtgenoot van Eoos (vand. Tithonia genoemd), op wier verzoek de goden hem de onsterfelijkheid schonken. Daar Eoos vergeten had tevens eeuwige jeugd te vragen, verschrompelde hij en werd door Zeus uit medelijden in een krekel veranderd.

(Gr. Tithonos), zoon van Laomedon en broeder van Priamus. Zijn gemalin Eos verkreeg voor hem de gave der onsterfelijkheid, doch vergat tevens de eeuwige jeugd voor hem te vragen. Op hoge leeftijd schrompelde Tithonus ineen tot een klein, oud mannetje, en veranderde tenslotte in een krekel (Verg. IV, 585).Zie Laomedon, Priamus, Eos

i, m. zoon van Laomedon, broer van Priamus, gemaal van Aurora, vader van Memnon. Daarv. Tīthōnĭus, Tithonisch, coniux, en subst. alleen Tithonia, Aurora, Ov.

geliefde van Eos of Aurora, aan wien op haar verzoek de goden de onsterfelijkheid schonken. Maar daar hem niet tevens eeuwige jeugd werd toegezegd, verschrompelde hij en werd in een krekel veranderd.

Tithonus - zoon van Laomedon, echtgenoot van Eos, door wie hij om zijn schoonheid geroofd en naar Aethiopië gevoerd was. Eos vroeg voor hem van Zeus de onsterfelijkheid, doch vergat, tegelijk ook een eeuwige jeugd voor hem te vragen ; toen hij daarop oud werd, zijn ledematen verschrompelden en zijn stem alleen nog maar lispelde, veranderde Zeus hem...

Tithōnus - Τιθωνός, zoon van Laomedon. Hij was de echtgenoot van Eos, die hem zoo innig beminde, dat zij Zeus om onsterfelijkheid voor hem vroeg. Zeus voldeed aan haar verlangen, doch daar zij vergeten had ook eeuwige jeugd voor hem te vragen, kromp hij van ouderdom ineen, totdat Zeus hem uit medelijden in een krekel...

zoon van Laomedon (of diens broeder) en Strymo, broeder van Priamus, echtgenoot van Eos, door wie hij om zijn schoonheid geroofd en naar Aethiopië gevoerd was. Eos vroeg voor hem van Zeus de onsterfelijkheid, doch vergat, tegelijk ook een eeuwige jeugd voor hem te vragen; toen hij daarop oud werd, zijn ledematen verschrompelden en zijn stem al...

Tithonus, volgens de Grieksche fabelleer Laomedon en de broeder van Priamus, was de gemaal van Eos (Aurora). Deze schaakte hem wegens zijne ongemeene schoonheid en verkreeg van Zeus (Júpiter) voor hem het voorregt der onsterfelijkheid. Daar zij echter verzuimd had, tevens eene eeuwige jeugd voor hem te vragen, verschrompelde hij meer en meer en ver...