Wat is de betekenis van Tilt?

tilt - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tillen ♢ Jij tilt 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tillen ♢ Hij tilt 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van tillen ♢ tilt!

Tilt - de machine slaat af als het tiltloodje contact heeft gemaakt omdat de speler te hard tegen de kast heeft geduwd.

op - slaan/springen enz. over zijn toeren raken; zich niet meer kunnen beheersen; woedend worden; dolgedraaid reageren. Deze uitdr., die tegenw. in jeugdkringen erg geliefd is, komt uit het flipperkastwezen en slaat oorspr. op de toestand waarin een flipperkast zich bevindt, wanneer het mechaniek afslaat en tot stilstand komt nadat de kast is bewog...

Het zwenken van de camera in het verticale vlak. De camerahoek verandert, de camera zelf blijft op dezelfde hoogte.

tegenovergestelde van een ‘pan’, namelijk de verticale beweging met de camera bij televisie, video of film.

I. 1. huif, dekzeil, (zonne)tent; 2. met een zeil overdekken II. 1. (over)hellen, schuin staan; wippen, kantelen; 2. met de lans stoten, een lans breken, toernooien; 3. er op los stormen; tilt at, steken naar; fig aanvallen; tilt at the ring, ringsteken; tilt over, hellen, schuin staan; omslaan; III. doen (overhellen, schuin zetten, op zijn kant z...

...

...