Wat is de betekenis van Thuin?

2025-07-24
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Thuin

stad in België, prov. Henegouwen. 1544 ha 5630 inw. Land-, bosbouw; veeteelt, metaalindustrie. Belfort (1639).

2025-07-24
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Thuin

stad in de prov. Henegouwen, aan de Samber, ligt op heuvelachtige kalk- en schieferbodem (128-163 m hoog, 1544 ha) en telt (1951) 5685 inw. Er zijn steengroeven, bos- en landbouw, scheepvaartbedrijf, leerlooierijen en zeepziederijen. Als bezit van de abdij van Lobbes werd het Luiks in 888. Van de ommuring door prins-bisschop Notger (972) blijft &ea...

2025-07-24
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Thuin

stad i/d Belg. prov. Henegouwen, 6600 inw.

2025-07-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Thuin

1° Stadje in het Zuiden van de prov. Henegouwen (XIII 176 E5); schilderachtig gelegen aan den samenloop van Samber en Biesmèle (zie afb.7 op de pl. t/o kol. 160 in dl. XIII). Opp. 1 644 ha; ca. 7 000 inw. Bestaat uit de „ville haute” op den steilen plateaurand en de „ville basse” in het insnijdingsdal. Landbouw, v...

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Thuin

stad in Henegouwen, 1544 ha, 6164 inw. Metaalnijverheid.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Thuin

Belg. gemeente en arrondissementshoofdstad in de prov. Henegouwen, 76,37 km2, 13000 inw. (50 % woonforensen). Thuin is een regionaal verzorgingscentrum; de tewerkstelling ligt voor ca. 70 % in de tertiaire sector. De stad is verdeeld in een boven- en een benedenstad, met elkaar verbonden door een monumentale trap en terrasgewijs aangelegde tuinen....

2025-07-24
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Thuin

stad in de belg. prov. Henegouwen, aan de Sambre, in 1900: 6067 inw.; ijzersmelterijen.

Gerelateerde zoekopdrachten