Wat is de betekenis van Thrombóse?

v., (geneesk.) vorming van knobbels van gestold bloed in de bloedvaten.

zie Trombose.

de verstopping van een (grote) ader door een thrombus, ontstaat ook vaak na een infectie, operatie of verlossing; de betekenis hangt af van de plaats van afsluiting en de kans op embolie (zie aldaar). zie ook kraambeen.

(Gr. thrombos, prop geronnen bloed), verstopping van bloedvaten. T. van slagaderen heeft meestal ernstige stoornissen ten gevolge, daar er versterf optreedt in de van bloedtoevoer verstoken delen, b.v. gangraen.* T. van aderen, vaak in de benen, is minder ernstig, daar de taak van de bloedafvoer langzamerhand overgenomen wordt door zich ontwikkelen...

v. bloedvatverstopping, het zich vastzetten v. e. klonter geronnen bloed i. e. bloedvat.

is plaatselijke stolling van het bloed in het vaatstelsel, gedurende het leven. Tot op zekere hoogte is dit een normaal verschijnsel, nl. als onderdeel van het mechanisme der bloedstelping (z bloeding). Abnormaal is het indien zulk een stolling zich voordoet zonder dat er gevaar was voor bloeding, of voortschrijdt niettegenstaande het bloedi...

v. (Gr. thrombos = gestolde vloeistof: vorming van bloedproppen in de bloedvaten).

v. bloedvatverstopping.

verstopping v. bloedvaten door een prop v. geronnen bloed; gevaarlijk verschijnsel dat licht tot → embolie kan leiden.