Wat is de betekenis van terugblik?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Terugblik

m., blik achterwaarts, meest fig., het (nog eens) beschouwen van wat voorbij, behandeld is ; historisch overzicht: een terugblik op de ontwikkeling der chemie in de laatste 40 jaar.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

terugblik

terugblik - Zelfstandignaamwoord 1. een blik op voorbijgegane zaken We moesten een terugblik van de periode schrijven. terugblik - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugblikken ♢... dat ik terugblik...

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

terugblik

terugblik - zelfstandig naamwoord uitspraak: te-rug-blik 1. overzicht van wat er vroeger is gebeurd ♢ op oudejaarsavond kregen we een terugblik op het voorbije jaar Zelfstandig naamwoord: te-rug-blik de terugblik...

2025-07-25
Lexicon antroposofie

Henk van Oort (2010)

Terugblik

Meditatie waarbij men ’s avonds de afgelopen dag terugdenkt tot aan het moment van ontwaken. De innerlijke kracht die nodig is om vanaf een objectief standpunt de dag in omgekeerde volgorde opnieuw te beleven, doet de mens loskomen van zijn fysieke lichaam.

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

terugblik

agterwaartse blik.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Terugblik

s., efterom-, weromsjoch (it), -sjen (it).

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

terugblik

m. terugblikken: een terugblik werpen op.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

terugblik

m. 1. blik achterwaarts, op hetgeen voorbij is. 2. overzicht over wat vroeger behandeld of geschied is.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Terugblik

m., blik achterwaarts; historisch overzicht.