Termijn (r.-k.)
(<Lat.), m. (-en), 1. assistentie- en bedelgebied van Minderbroeders en Capucijnen : die plaats behoort tot hun termijn; 2. het assisteren en bedelen in het onder 1. gen. gebied: wij houden daar termijn, wij gaan daar op assistentie ; op termijn gaan, rondgaan om aalmoezen (in natura) in te zamelen : ’t is tijd om o...