Wat is de betekenis van tectorius?

tectórius (-a, -um), - van Lat. tector (van tegĕre, dekken), dekker: door dekkers gebezigd, voor dakbedekking gebruikt.

1. tot bedekking dienende, paniculus, dekriet, PI. 2. tot het bekleden, stukadoren, beschilderen (van zoldering of wand) behorende, daartoe dienende. | vand. tectōrium, ii, n. (m. en z. opus, ĕris, n.), pleister-, stukadoorswerk, bekleding, muur-, frescoschildering, Cic. ; overdr., schoonheidsmiddel van vrouwen.

(tector, dekker van muren, stukadoor), tot bedekking dienend; vgl. Membrana tectoria.

(tector, dekker van muren, stukadoor), tot bedekking dienend; vgl. Membrana tectoria.