Tatewalen
(tatewaalde, heeft getatewaald), (gew.) krompraten, de woorden slecht uitspieken (inz. van kinderen).
Van Dale Uitgevers (1950)
(tatewaalde, heeft getatewaald), (gew.) krompraten, de woorden slecht uitspieken (inz. van kinderen).
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw, vero.) stamelen; brabbelen (zoals kinderen doen). Klanknabootsing. • Tatewalen, bedr. w., gelijkvl. Ik tatewaalde, heb getatewaald. Volgens Halma, krom praten, zoo als de kleine kinderen: wat of zij daar wederom tatewaal. (P. Weiland: Nederduitsch taalkundig woordenboek. 1810) • De Vertaler, wiens naam schier een waarborg voor...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
(tatewaalde, heeft getatewaad) [tateren -F wauwelen] slecht spreken, krom praten : wat tatewaalt dat kind!
J.H. van Dale (1898)
Tatewalen - (tatewaalde, heeft getatewaald), krompraten, de woorden slecht uitspreken (inz. van kinderen).
I.M. Calisch (1864)
Tatewalen, ow. gel. (ik tatewaalde, heb getatewaald), krom praten, de woorden slecht uitspreken, (inz. van kinderen).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: