tapoeripa, taproepa
1. (de, -’s), boom met geelwitte, welriekende bloemen, die kaal staat als de ronde vruchten rijp zijn (Genipa americana, Fajalobifamilie). Van de vele Rubiaceae [soorten van de Fajalobifamilie] in Suriname noemen we alleen nog de taproepa ( ), een boom van drasse terreinen, met vruchten die door de Indianen gebruikt worden voor de bereiding v...