Wat is de betekenis van tangen?

2025-07-29
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

tangén

K, tangens.

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

tangen

(begin 20e eeuw) (Amsterdam) handen. Hiervoor kent het Bargoens nog de termen: fietsen*; fikken*; jatten*; klavedderen*; kluiven*; tangen*; tengels*. • tangen, handen, Querido Jordaan. (Jan Berns m.m.v. Jolanda van den Braak: Taal in stad en land. Amsterdams. 2002)

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tangen

tangen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tang