’t is evenveel hoe ’t kind heet, als het maar een naam krygt
Dit zegt men van iets onverschilligs. Maar men geeft het kind ook wel een anderen naam, als het onder den eersten niet aangenaam is. Zo geeft men iets een anderen glimp, of voorwendzel. Doch ’t is de oude Monik, onder een nieuwe kap. Een ziek wyf, of een kranke vrouw. De Joden, om geen verken te noemen, zeggen: dat ding. Maar niettemin blyf...