Synkope
syncope, uitstoting.
Jozef Verschueren (1930)
I. (sin'ko:pә) v. (-n, -s) [Gr. sugkopè d.i.] afkorting nl. 1. Geneesk. het plotseling ophouden van de harteslag, waardoor een flauwte onstaat. 2. Muz. ritmische figuur waarbij de tweede helft van een maatdeel met de eerste van het volgende verbonden is.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: