Wat is de betekenis van swear?

2025-07-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

swear

I. zweren, de eed doen (afleggen); vloeken; II. 1. zweren, bezweren, onder ede beloven, een eed doen op; 2. doen zweren, beëdigen; he was sworn a member, hij legde de eed als lid af; hij werd beëdigd; swear at, vloeken tegen [personen]; vloeken met [van kleuren]; swear in, beëdigen, de eed af nemen; swear off, afzweren; swear to, zwe...

Gerelateerde zoekopdrachten