supinus
supínus (-a, -um), - (Lat.) liggend, achterover liggend.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
1. eig., ruggelings, achterwaarts, achterwaarts gebogen, - liggende enz., motus corporis, Cic., manus supinas (de palmen der handen) ad caelum tendere, van biddenden, Verg., iactus in een boog naar boven gaande, Liv. | in 't bijz., leunend, hellend, zich schuin uitstrekkend (b.v. van plaatsen, die langs een berghell...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: