suffer
suffer - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die suft suffer - Bijvoeglijk naamwoord 1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van suf Woordherkomst Naamwoord van handeling van suffen met het achtervoegsel -er
Wiktionary (2019)
suffer - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die suft suffer - Bijvoeglijk naamwoord 1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van suf Woordherkomst Naamwoord van handeling van suffen met het achtervoegsel -er
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. 1. lijden; te lijden hebben; de dupe zijn van; ondergaan; dulden, uithouden, (ver)dragen, uitstaan; 2. laten, toelaten; he suffered himself to be deceived, hij liet zich bedotten; II. lijden; er onder lijden; de dupe zijn; boeten (ook: op het schavot); suffer badly (severely), het erg moeten ontgelden; suffer for it, er voor boeten, het (moeten)...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: