subject (subjekt)
[<Lat. subjectum, het onderliggende], I. bn., onderworpen, onderhevig (aan); II. zn. o. (-en), 1. (filosofie) het beschouwende ik (e); 2.(logica) deel van een eenvoudig oordeel waarop het andere deel betrokken wordt (e); 3. (taalkunde) onderwerp (e); 4. (recht) — van recht(en), drager van het recht of de rechten. (E) FILOSOFIE. In...