Wat is de betekenis van stuipenkop?

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

stuipenkop

(1915) (scheldw.) nurks persoon; iemand die steeds lastig gehumeurd is. • Nu werd Ka Mossel alles klaar: zij hadden haar te pakken genomen, haar beenen vastgebon-den aan den stoel, haar in haar kuit geknepen, terwijl zij sliep... toen was zij opgesprongen en gevallen en hier onder haar lag de 'stuipekop', die haar dat had geleverd. (J.B. Schui...

2025-07-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

stuipenkop

nurks persoon; iemand die steeds slechtgehumeurd is. Nu werd Ka Mossel alles klaar: zij hadden haar te pakken genomen, haar beenen vastgebonden aan den stoel, haar in haar kuit geknepen, terwijl zij sliep... toen was zij opgesprongen en gevallen en hier onder haar lag de ‘stuipekop’, die haar dat had geleverd. (J.B. Schuil, De A.F.C.-er...

Gerelateerde zoekopdrachten