Struweel
o. (struwelen), (dicht.) 1. heester; 2. struikgewas.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
struikgewas met takken. dicht, vaak stekelig struikgewas met veel takken. Voorbeelden: Voorbij de sloot wandel je langs struwelen met veel besdragende struiken als Meidoorn, Sleedoorn, Hondsroos, Gelderse roos, etc. op rijkere grond en Sporkehout en Wilde lijsterbes op armere, drogere grond nabij het voedselarm hooiland. http://ww...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Genootschap Onze Taal (2020)
betekenis struikgewas uitspraak [struu-weel] citaat "Ik ben al mijn hele leven gefascineerd door de vage, maar daarom niet minder diepe droefenis die uitgaat van keurig in vorm geknipt struweel, dus dit was mijn kans. 'Welkom! U betreedt het grootste snoeivormpark ter wereld dat toegankelijk is voor het publiek!', hief de folder aa...
Wiktionary (2019)
struweel - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) (formeel) struikgewas (van 1 tot 5 meter hoog)
Oosthoek (1984)
type vegetatie waarin 1—5 m hoge struiken domineren en een enkele boom voorkomt. Lagere struikvegetaties van b.v. heiden en bosbessen (dwergstruiken) behoren niet tot struwelen. Men onderscheidt een aantal soorten struwelen. Doornstruwelen en mantelgemeenschappen komen op relatief droge voedselrijke bodems, met o.a. meidoorn, sleedoorn en weg...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: