Wat is de betekenis van struktuur?

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

struktuur

(inwendige) bou, bouwyse; boutrant; samestelling.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

struktuur

(struk'tu.r) v. (...turen) [Fr. < Lat. struere, bouwen] I. Eig. 1. Algm. bouw, samenstel: de van papier, van een blad. 2. Scheik. samenstelling en rangschikking wat de atomen betreft. II. Metf. samenstelling van onstoffelijke lichamen: de van de maatschappij, van een drama; de ekonomische van een land.