Strandlooper
tamelijk kleine vogel, behoorende t/h geslacht der plevieren, met tamelijk langen snavel, bewoont het hooge N., komt in Ned. slechts als doortrekker of brengt er den winter door, o.a. de bonte s., de kleine s. en de zee-s.
John Kooy (1933)
tamelijk kleine vogel, behoorende t/h geslacht der plevieren, met tamelijk langen snavel, bewoont het hooge N., komt in Ned. slechts als doortrekker of brengt er den winter door, o.a. de bonte s., de kleine s. en de zee-s.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Strandlooper - Pelidna, een geslacht der Snipvogels, waartoe in ons land behoort de bonte Str. (P. alpina); snavel lang, platgedrukt en met iets benedenwaarts gebogen punt; lengte 18 c.M. en staart van 12 c.M.; bewoont het N. deel van het N. halfrond; hier te lande wintergast van September tot Mei, aan de kusten in grooten getale. Leeft gezellig in...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
Strandlooper - m. (-s), kleine moerasvogels (tringa), welke over den geheelen aardbol verbreid zijn, en waarvan de volgende 9 soorten in ons land worden aangetroffen : de kanoet strandlooper; de paarse strandlooper; de krombek strandlooper; de breedbek strandlooper; de bonte strandlooper; de kleine strandlooper; de kleinste strandlooper; de drietee...
Anthony Winkler Prins (1870)
Strandlooper (Tringa) is de naam van een vogelengeslacht uit de familie der Langsnaveligen (Longirostres) uit de orde der Steltloopers (Grallatores). Hun bek is echter niet veel langer dan de kop, regt of weinig gebogen. De pooten zijn schraal zonder spanvlies tusschen de teenen, behalve bij den kemphaan. De vleugels zijn lang, en van de slagpennen...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: