Wat is de betekenis van stijgbeugel?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STIJGBEUGEL

m. (-s), 1. metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring (beugel) waarin een ruiter de voet zet om op en af te stijgen en om op te steunen bij het rijden: zich in de stijgbeugels oprichten; — fig.: een voet in de stijgbeugel hebben, een vast begin hebben bij een carrière, met uitzicht op bevordering; 2. (...

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stijgbeugel

stijgbeugel - Zelfstandignaamwoord 1. (paardensport) een metalen beugel die met een riem aan een zadel hangt, bedoeld om het opstijgen te vergemakkelijken en de ruiter vooral tegen zijwaartse sprongen van het paard te beschermen 2. (anatomie) een van de beentjes van het middenoor van een zoogdier Woordherkomst samenstelling v...

2025-07-24
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Stijgbeugel

(m.), → stapes.

2025-07-24
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

stijgbeugel

stijgbeugel - Metalen, houten of leren constructies met een platte voetsteun en een gebogen gedeelte die zijn bevestigd aan het zadel met een stijgbeugelriem en worden gebruikt om de voeten van de ruiter te steunen.

2025-07-24
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

stijgbeugel

1. voetsteun voor de ruiter, vroeger in Europa overgenomen van de Perzen. De metalen beugels zijn met verstelbare riemen aan het zadel bevestigd. Ze dienen tevens om het paard te bestijgen; 2. gehoorbeentje in het oor.

2025-07-24
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Stijgbeugel

stapes, binnenste van de 3 gehoorbeentjes; zie middenoor.

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stijgbeugel

s., stiichbûgel.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stijgbeugel

m. stijgbeugels (1 voetbeugel aan een riem v. h. zadel afhangende, door middel van welke men te paard stijgt; 2 een der gehoorbeentjes): 1. zegsw. de voet in de stijgbeugel hebben, op weg zijn om hoger op te klimmen, een vast begin hebben, bij een carrière; 2. de drie gehoorbeentjes: hamer, aambeeld, stijgbeugel.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Stijgbeugel

→ Gehoorbeentjes.