Wat is de betekenis van stiefmoeder?

v. (-s), 1. tweede moeder, met betr. tot een voorkind van de vader; 2. liefdeloze, hardvochtige moeder; — (fig.) de fortuin is geen stiefmoeder voor hem geweest, is hem niet ongunstig geweest.

vrouw met stiefkinderen. vrouw die - vaak samen met een partner - de zorg voor een of meer niet biologisch verwante kinderen op zich neemt; vrouw die binnen een relatie de zorg voor een of meer kinderen van haar partner mede op zich neemt; vrouw die voor een of meer stiefkinderen zorgt. Voorbeelden: Ze ligt stil en bleek als Sneeuwwi...

stiefmoeder - Zelfstandignaamwoord 1. latere levenspartner van vader dan de eigen moeder ♢ Na verloop van tijd ging zijn stiefmoeder hem beter begrijpen. Woordherkomst afgeleid van moeder met het voorvoegsel stief-

stiefmoeder - zelfstandig naamwoord uitspraak: stief-moe-der 1. vrouw met wie je vader getrouwd is nadat het huwelijk met je moeder beëindigd werd ♢ Sneeuwwitje kon niet goed opschieten met haar stiefmoeder Zelfstandig naamwoord: stief-moe...

vrou van ‘n vader deur tweede of later huwelik; slegte, hardvogtige moeder.

s., styp-, styf-, stiemoer, -mem.

v. stiefmoeders (tweede moeder; fig. harde moeder).

('sti:f) v. (-s) 1. Eig. vrouw die met een weduwnaar, reeds vader van een of meer kinderen, gehuwd is. 2. Metf. liefdeloze, hardvochtige moeder. ➝ fortuin.

v. (-s), tweede moeder.