STEIGER
m. (-s), 1. (gew.) trap, bordes; 2. houten samenstel dat tijdelijk opgericht wordt bij het bouwen of herstellen van huizen: een steiger oprichten, afbreken; een vliegende steiger, soort van steiger, door huisschilders veel gebruikt, die aan de dakgoot opgehangen wordt en daarlangs voortbewogen kan worden; 3. houten getimmerte langs ee...