Steen des aanstoots, rotssteen der ergernis
Aanstoot, 1 Petr. 2: 7, Jesaja 8: 14. Zoo noemt men vaak eene zaak of persoon die iemand tot toorn en wrevel verwekt, die geheel strijdig is met iemands wenschen of zienswijze. Zoo zijn b.v. de Ev. gezangen den steilrechtzinnige een steen des aanstoots. Zoo wordt menigeen geërgerd, in eene onaangename stemming gebracht, door de ontmoe...