Wat is de betekenis van STEEMAN?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STEEMAN

m. (...lieden, .. lui), (vero.) stadsbewoner, stedeling.

2025-07-25
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

steeman

steeman - in de verb. het op zijn steemans doen, coïre; steeman = ‘stedeling, stadsmens’ die vaak als toonbeeld van lichtzinnigheid werd gezien. Mog. kan ook stee ‘vagina’ een rol hebben gespeeld. Laet ik het jou hier in het groen, Liefste eens op zijn steemans doen: Tegen dit Hegje, DE vos, Kleyn Jans Konkelpotje 9 [17...

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

steeman

m. -lui, -lieden; stedeling; vero.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

steeman

m. (steelieden. ...lui) stadbewoner, stedeling.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

STEEMAN

STEEMAN - m. (...lieden, ...lui), stadsbewoner, stedeling.

2025-07-25
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Steêman

Steêman, m. (...lieden), stadsbewoner, stedeling.