SPOEL
I. v. (-en), 1. het holle, doorschijnende ondereinde van een veer, waarin men de ziel aantreft. 2. pijp of dunne klos waarop garen gewonden wordt voor spinnen, weven of machinaal naaien. 3. toestel bestaande uit een spoel (in de bet. 2.), draaibaar bevestigd in een schuitje, waarmee bij het weven het inslaggaren door. de ketting wordt gedrev...