Wat is de betekenis van Spiese?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPIESE

v. (-n), (Barg.) huis.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

spiese

spiese - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) herberg Woordherkomst Herkomst: Bargoens

2025-07-28
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

spiese

huis Omstreeks 1860 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, opgesteld door M. Verwoert, indertijd directeur van een gevangenis te Utrecht, voor ‘huis, gevangenis, tuchthuis’. Het komt in deze lijst in diverse, min of meer vaste verbindingen voor, waaronder larie spiese voor ‘pandjeshuis’ en grandige toespiese voor ‘her...

2025-07-28
Jargon & Slang van Prostituees en pooiers

Marc De Coster (2017)

Spiese

Spiese - huis; soms in de betekenis van bordeel. Sedert midden 19de eeuw. Uit het Jidd.

2025-07-28
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Spiese

alleen Bargoens huis, logement; van Aramees osjpieza, herberg, nachtverblijf; vergelijk oesjpiezien, gasten.

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Spiese

(Barg.) huis, winkel, logement ; lokaal.

2025-07-28
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

spiese

huis. Neuriespiese, drankwinkel. De donkere spiese, 't cachot. Luimspiese, logement.

2025-07-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

spiese

(Hebr.) v. huis.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

spiese

v. spiesen (Barg. hotel).